Aanmelden voor onze nieuwsbrief

Een bezoek aan de spoedeisende hulp

Mijn dochter (5 jaar) valt in de speeltuin en bezeert haar arm. Via de huisarts arriveert ze om 16.00 uur op de afdeling eerstehulp van een groot ziekenhuis. Twee jonge arts-assistenten maken foto's in aanwezigheid van moeder en broer, wat helaas veel pijn doet en uiteindelijk mislukt. Anderhalf uur later moeten de foto's opnieuw worden gemaakt, nu door een zichtbaar ervaren persoon, wat duidelijk minder pijnlijk is. Deze stuurt bovendien mijn zoon (8 jaar) weg om onnodige straling te voorkomen.

Lange tijd gebeurt er niets. Mijn dochter heeft pijn, maar een pijnstiller wordt niet aangeboden. Om 19.00 uur vraagt mijn vrouw hoe lang het nog gaat duren. Het antwoord van een voorbij snellende arts is dat dit niet is te zeggen, want als een patiënt binnenkomt die dood bloedt, vervalt elke planning (of woorden van die strekking). Er is overigens geen sprake van een dergelijke calamiteit.

Dan volgt de uitslag. Een diagnose wordt niet gegeven, maar wel dat 'de groeischijf is geraakt'. Dat is volgens de artsen aanleiding voor onmiddellijke operatie. Dan blijkt echter dat mijn dochter een slok chocolademelk heeft gedronken. Hoe we dit in ons hoofd halen? Het is volgens de artsen evident dat de patiënt ten allen tijde nuchter moet blijven.

Bij doorvragen blijkt het te gaan om een operatie die binnen tien dagen moet worden gedaan. Wij dachten dat geplande operaties betere uitkomsten hebben dan spoedoperaties. Tegen 21.00 uur verlaat mijn gezin het ziekenhuis. De volgende dag bezoekt mijn dochter een orthopeed, die kiest voor gipsen zonder operatie.

Aangezien u deze blog leest, bent u waarschijnlijk deskundig en geïnteresseerd in de kwaliteit van zorg. Wat is uw analyse van deze casus? Is de cultuur niet goed op deze afdeling? Zijn er perverse financiële prikkels? Moet de werkwijze misschien leaner? Hadden de artsen meer moderne informatietechnologie moet gebruiken? Of minder? Was mijn vrouw niet empowered genoeg om tegenwicht te bieden? Of ontbrak het haar aan goede keuze-informatie, zodat ze had kunnen kiezen voor een reis naar een verder gelegen ziekenhuis met betere cijfers? Zegt u het maar.

De casus heeft nog een vervolg. Klagen is niet zo ons ding, dus ik stuur bovenstaand praktijkperikel langs een andere weg naar het hoofd van de spoedeisende eerstehulp. Deze neemt het voorval onmiddellijk serieus en stelt voor om het in de staf te bespreken. Hij vraagt toestemming voor het mogen inzien van het medisch dossier voor dit doel en informeert of we prijs stellen op een schriftelijke verantwoording van de betrokken artsen. Lof en hulde voor dit afdelingshoofd wat ons betreft.

De moraal van dit verhaal: er valt nog veel te verbeteren in de gezondheidszorg. Volgens mij hadden de problemen niet voorkomen kunnen worden door een betere organisatie, meer technologie, of andere financiering. Hiervoor zijn vooral competente zorgverleners nodig, die kritisch blijven kijken naar zichzelf en zich blijven verbeteren. Breek verder liever niet je arm, voorkomen is beter dan genezen.

 Prof. dr. Michel Wensing, Hoogleraar Implementatie science

M. Wensing

 

< terug naar het overzicht