Aanmelden voor onze nieuwsbrief

Het paard achter de wagen spannen

"Dat is het paard achter de wagen spannen", kreeg ik als antwoord toen ik opheldering vroeg over de afwijzing van ons projectidee bij het Doelmatigheidsonderzoek van ZonMw. Het betrof een idee om de kosteneffectief gebleken Coach2move strategie te implementeren in de multidisciplinaire zorg voor kwetsbare ouderen.

We toonden aan dat een persoonsgerichte aanpak door de Geriatrie-fysiotherapeut kwetsbare ouderen weer in hun kracht kon zetten. Het projectidee werd niet inhoudelijk behandeld, omdat aanvragen eerst getoetst worden door het Zorginstituut Nederland (ZN). Het oordeel van ZN was dat het idee niet relevant was omdat de Coach2move aanpak, ook al was deze (kosten)effectief, niet in de basisverzekering zou worden opgenomen. Er werd dus niet overwogen of de resultaten ten aanzien van de kosteneffectiviteit niet zouden moeten leiden tot het heroverwegen van de huidige pakketsamenstelling. Dat is 'het paard achter de wagen spannen', was de algemene reactie. 

Overigens is deze casus niet op zichzelf staand, ook een projectidee rond valpreventie werd als niet relevant beoordeeld om dezelfde reden. Hier lijkt relevant een synoniem te zijn voor financiering vanuit de basisverzekering.  En deze redenering leidt ertoe dat de zorgvraag terecht komt bij minder competente en/of duurdere zorgverleners.

Paramedische interventies sluiten aan bij het nieuwe gezondheidsconcept
In 2011 werd een nieuw gezondheidsconcept gelanceerd door M. Huber, samen met de Gezondheidsraad en ZonMw, getiteld 'Het vermogen van mensen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven.'
Dit concept is opgepakt binnen de paramedische beroepen omdat juist de fysiotherapeut, ergotherapeut en logopedist een belangrijke rol kunnen spelen in het ondersteunen van het aanpassingsvermogen. Deze opvatting over gezondheid is niet alleen de kern van de aanpak binnen Coach2move, maar ook binnen de in de Lancet Neurology gepubliceerde studie over de meerwaarde van ergotherapie bij Parkinson.

Ook de valpreventieprogramma's zijn erop gericht dat ouderen fysiek weer voldoende weerbaar zijn om vallen te voorkomen. De primaire uitkomstmaten zijn in deze studies niet gericht op het verminderen van ziekteverschijnselen, maar veel meer op het dagelijks functioneren in de sociale context en de ervaren gezondheid en kwaliteit van leven.

Het scholen van de paramedische professionals om het nieuwe concept voor gezondheid toe te passen blijkt dus ook nog kostenbesparend. Meteen implementeren zou je zeggen. Maar opnieuw wordt geredeneerd vanuit een centrale weeffout in het systeem; het systeem is volume driven en niet value driven. Het huidige zorgsysteem heeft primair zorgproductie als focus en niet gezondheidswinst voor patiënten.

Welke factoren bepalen dan de waarde van zorg?
Deze week verscheen een artikel in de BMJ van M. Huber en collega's, waarin facetten door verschillende stakeholders werden gezien als indicatoren voor het nieuwe, dynamische concept van gezondheid.
Uit deze studie blijkt dat iedereen herkent dat mensen meer zijn dan hun ziekte en dat het goed is de focus te verleggen van wat iemand niet kan naar wat hij wel kan.

Het concept wordt dus door alle stakeholders ondersteund. Patiënten en burgers in Nederland blijken een brede opvatting van gezondheid te hebben en onderschrijven dat fysieke en mentale mogelijkheden, de perceptie van mogelijkheden, de spirituele en existentiële dimensie, kwaliteit van leven, sociale participatie en dagelijks functioneren allen belangrijke indicatoren zijn voor gezondheid.

De studie wees ook uit dat politici, zorgverzekeraars, onderzoekers en medici veel meer de indicatoren selecteren vanuit een biomedisch perspectief. Met name de dimensies ervaren gezondheid, de spirituele dimensie, de sociale participatie en het dagelijks functioneren werden door hen minder relevant bevonden. De value van de zorg kent dus andere dimensies voor de patiënt en burger dan voor de beleidsmakers en besluitvormers in de zorg.

Onderzoek naar doelmatigheid: waar gaat het om
De toegevoegde waarde van diagnostiek en behandelingen zou de drijvende kracht in het systeem moeten zijn. En de resultaten van zorg voor individuele patiënten zou leidend moeten zijn. Doelmatigheidsonderzoek zou los van de pakketkeuze moeten staan. Het onderzoek moet  de publiekskeuze voeden door transparant inzicht te geven in de resultaten van de interventies en de kosten.

Daarnaast moet de informatie gebruikt worden om politieke keuzes te maken ten aanzien van toegankelijkheid en duurzaamheid, zodat ouderen daadwerkelijk de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben om langer zelfstandig thuis te kunnen wonen. Dit vraagt politieke moed om het volume driven systeem ter discussie te stellen en voor value driven systemen te kiezen. Wie kunnen we als paard voor de kar spannen?

Zie ook het persbericht dat is verschenen over dit onderwerp:

R. Nijhuis

Prof. dr. Ria Nijhuis-Van der Sanden

Hoogleraar paramedische wetenschappen/Plv. hoofd Verplegingswetenschap

 

< terug naar het overzicht