Aanmelden voor onze nieuwsbrief

Taakherschikking vraagt om vertrouwen

Uitdagingen in de zorg

Het zal niemand ontgaan zijn dat de zorg voor grote uitdagingen staat. We leven langer, zijn over het algemeen welvarender, vitaler en actiever. Daartegenover staat ook dat het aantal burgers met één of meer chronische aandoeningen en welvaartziekten toeneemt. De gezondheidszorg heeft zich de laatste decennia sterk ontwikkeld; dodelijke ziekten zijn nu behandelbaar en steeds vaker worden nieuwe technologieën ingezet bij de behandeling van ziekten (bv. robots bij operaties). Deze ontwikkelingen resulteren helaas ook in toenemende kosten van de zorg. Als we niet ingrijpen wordt de zorg in de toekomst onbetaalbaar.

Minder en slimme zorg

Minder en slimme zorg lijkt het credo. Een manier is het verplaatsen van professionele zorg naar informele zorg. Daarmee drukken de kosten niet meer op de zorguitgaven van de overheid, maar wordt de rekening rechtstreeks bij de burger gelegd. Ook zien we in toenemende mate het verplaatsen van ziekenhuiszorg naar huisartsen en andere eerstelijns zorgverleners. Deze ontwikkeling blijft niet beperkt tot de ziekenhuizen, maar is ook in de geestelijke gezondheidszorg terug te zien. Ook hier moet in de komende jaren het aantal opnames worden teruggedrongen. Dit betekent een verschuiving van specialistische naar generalistische (basis)zorg. Gelijktijdig zien we dat taken van hoger naar lager opgeleide zorgverleners worden verschoven of gedelegeerd. Daarnaast streven we naar het efficiënter inrichten van zorg door het beter stroomlijnen van primaire processen (LEAN in zorg), inrichten van ketenzorg, zelfsturende teams en inzet van technologieën zoals e-health en domotica.

Veranderende rol van de zorgverlener

De zorgverlener kan niet achterblijven; ook zijn/haar rol verandert. Deze rol vraagt om andere competenties. Naast het in staat zijn om adequaat klinische, verpleegkundige of paramedische zorg te bieden, moet de zorgverlener vooral ook een goede samenwerker, organisator, onderzoeker en innovator zijn. Het verwerven van deze competenties is reeds verweven in het huidige beroepsonderwijs. Het onderwijs is competentie gericht (gebaseerd op CanMeds rollen);"door de aangeleerde competenties op uiteenlopende taakgebieden heeft de zorgverlener het vermogen om in een beroepskritische situatie succesvol te handelen".

Vertrouwen in de ander

In de dagelijkse praktijk blijken echter andere factoren een belangrijke rol te spelen die taakherschikking in zorg stimuleren. Taakherschikking, waarbij bv. praktijkondersteuners, verpleegkundig specialisten of physician assistants taken overnemen van (huis)artsen, blijkt nog onvoldoende benut. Naast financiële prikkels blijkt vooral het vertrouwen van de arts in deze zorgverleners een belangrijke drijfveer om taken over te dragen. Pas bij het zelf ervaren van de bekwaamheid van deze zorgverleners durft een arts deze taken ook daadwerkelijk los te laten. Dit gold zo'n vijftien jaar geleden al bij mijn promotie onderzoek naar de inzet van praktijkondersteuners in de huisartsenpraktijk, maar onlangs bleek in een gesprek met een huisarts dat het gezegde 'eerst zien en dan geloven' nog steeds van toepassing is.

Uit recent onderzoek komt naar voren dat verpleegkundig specialisten, ondanks hun masteropleiding, circa 11-14% van hun tijd besteden aan verpleegkundige taken (niveau 4/5). Zonde, want dit betekent dat zij niet optimaal ingezet worden. Zowel de arts als de verpleegkundig specialist zouden hier hun verantwoordelijkheid in moeten nemen. De arts moet vertrouwen hebben dat de verpleegkundig specialist bekwaam is om medische zorg uit te voeren. De verpleegkundig specialist, opgeleid om medische taken uit te voeren, moet opkomen voor zijn/haar eigen beroep. Laat de arts zien dat je bekwaam bent om de taken over te nemen en in geval van twijfel de arts zult consulteren. Dit is niet een uiting van onkunde maar van kunde en professionaliteit.

Dr Miranda Laurant

Senior onderzoeker IQ healthcare, Associate lector Taakherschikking in de gezondheidszorg, Hogeschool Arnhem en Nijmegen

 M. Laurant

< terug naar het overzicht