Beweging meten in ziekenhuisomgeving lastig

Activiteitenmeters zijn ontwikkeld om de hoeveelheid beweging van mensen te meten en eventueel te stimuleren. Voldoende beweging is belangrijk omdat het bijdraagt aan een lagere kans op hartklachten, diabetes type II en vroegtijdig overlijden. Beweging is ook belangrijk voor patiënten tijdens een ziekenhuisopname, omdat het bijdraagt aan een beter herstel en succesvoller ontslag naar huis. Helaas blijkt uit wetenschappelijk onderzoek dat patiënten in het ziekenhuis onvoldoende bewegen: ongeveer 3-5% van de tijd overdag wordt besteed aan lopen terwijl patiënten het grootste gedeelte van de tijd overdag in het ziekenhuisbed liggen.

Binnen het Radboudumc is Beter uit bed gestart als zorginnovatie om patiënten te stimuleren meer te bewegen tijdens een ziekenhuisopname. Activiteitenmeters zouden binnen deze zorginnovatie goed passen, mits zij het bewegen valide en betrouwbaar meten.

Helaas is er vooralsnog geen activiteitenmeter die het bewegen goed kan meten in het ziekenhuis. Dit komt doordat mensen in het ziekenhuis vaak langzaam lopen, kleine passen nemen, kort actief zijn of gebruik maken van loophulpmiddelen. Dat is moeilijker te meten dan bijvoorbeeld de activiteiten van een sporter.

In het Radboudumc wilden we weten of de HealthPatch® lichamelijke activiteiten wel goed kan meten. De HealthPatch® is gemakkelijk te bevestigen op de borst en voert 24 uur per dag metingen uit. De HealthPatch® kan naast beweging ook vitale waarden meten (zoals hartslag, ademhalingsfrequentie en temperatuur) van patiënten tijdens een ziekenhuisopname. Door de unieke mogelijkheid om gelijktijdig beweging en vitale waarden te meten is de HealthPatch® een interessant meetinstrument voor gebruik in het ziekenhuis.

In deze studie (van Niek Koenders et al.) hebben wij onderzocht of de HealthPatch® liggen, zitten/staan en lopen goed kan meten. We waren daarnaast benieuwd of de omgeving waarin we meten een invloed had op de kwaliteit van de meting. Daarom hebben 31 gezonde proefpersonen deelgenomen aan twee test sessies: een experimentele sessie en een ziekenhuis sessie. In de experimentele sessie volgden de proefpersonen dertig minuten een vast beweegprotocol (3 minuten liggen, 3 minuten zitten, 3 minuten lopen, etc.). In de ziekenhuis sessie bewogen de proefpersonen dertig minuten vrijuit in een ziekenhuiskamer. De uitkomsten van de HealthPatch® werden volgens vergeleken met video-opnames.

Ons onderzoek liet zien dat de HealthPatch® de hoeveelheid liggen goed kan meten. De hoeveelheid zitten/staan en lopen bleek de Patch echter niet goed te meten. Dit lijkt te maken te hebben met de bevestiging van de Patch op het bovenlichaam. Door de verticale houding van het bovenlichaam tijdens zowel zitten, staan en lopen lijkt de HealthPatch® deze activiteiten moeilijk te kunnen onderscheiden. Verder is de betrouwbaarheid van de HealthPatch® in de experimentele sessie beter dan in een ziekenhuis sessie. De lagere betrouwbaarheid van de activiteitenmeter in de ziekenhuis sessie leek het gevolg van veel korte beweegmomenten en onregelmatig veranderende lichamelijke activiteiten, waardoor de HealthPatch® meer moeite heeft met het juist meten van een houdingsverandering.

Samenvattend bleek de HealthPatch® beweging niet voldoende valide en betrouwbaar te kunnen meten. De HealthPatch® kan mogelijk wel waardevol zijn om de hoeveelheid liggen te meten, samen met het verzamelen van vitale waarden, bij patiënten tijdens een ziekenhuisopname. Dit onderzoek heeft ons doen inzien dat toekomstige activiteitenmeters mogelijk ‘slimmer’ moeten worden. Dat wil zeggen dat activiteitenmeters moeten kunnen leren welke bewegingen een patiënt uitvoert, waardoor ze lichamelijke activiteiten beter en persoonsgericht kunnen onderscheiden. In samenwerking met Orikami, Krauwt en het Radboudumc is gestart aan de ontwikkeling van een dergelijke persoonsgerichte, slimme activiteitenmeter.