Return to play testen bij voetballers

Voetballers na een voorste kruisbandreconstructie die voldoen aan de return to play (RTP) criteria hebben nog steeds een substantieel verhoogd risico op een re-ruptuur ten opzichte van niet geblesseerde voetballers: 10% versus 3%. Een van de factoren die mogelijk bijdraagt aan dit  verhoogde risico zijn de testomstandigheden. Tot op heden werden de RTP testen niet uitgevoerd na voetbal gerelateerde inspanningen op het voetbalveld.

De RTP testen bestaan uit items gericht op de kwaliteit en kwantiteit van bewegen. De maat voor de kwantiteit van bewegen is de Limb Symmetry Index (LSI). De LSI kwalificeert kracht en sprongprestatie van het geopereerde been als percentage ten opzichte van het niet geopereerde been. De maat voor de kwaliteit van bewegen is de Landing Error Scoring System (LESS). Een LESS score van ≥ 6 resulteert in een verhoogd risico op een voorste kruisband ruptuur.

In deze studie zijn de RTP testen uitgevoerd onder eerder genoemde natuurgetrouwe omstandigheden. De kwantiteit van bewegen werd getest door het gebruik van hoptesten en de kwaliteit van bewegen door middel van een countermovement jump beoordeeld met de LESS. Deze testen werden zowel voor als na inspanning (na een 1 uur durende voetbaltraining) gemeten. Bij de voetballers die een voorste kruisband reconstructie hebben ondergaan, is een significante afname van de kwaliteit van bewegen onder vermoeide omstandigheden te zien ten opzichte van de gezonde controlegroep. Deze afname van kwaliteit van bewegen kan een verhoogd risico op een re-ruptuur met zich meebrengen. Concluderend kan er gesteld worden dat het uitvoeren van de RTP testen na voetbal specifieke inspanning de kans op fout positieve testresultaten mogelijk kan reduceren. Tevens kan de LSI in deze gebruikt worden als uitkomstmaat voor de RTP criteria voor de kwantiteit van bewegen maar moet ten opzichte van eerdere onderzoeken minstens 95% zijn aan het eind van de revalidatie.

Lees hier het artikel van N van Melick, L van Rijn, MWG Nijhuis-van der Sanden, TJ Hoogeboom en REH van Cingel.