Een pas op de plaats: Implementatie van leefstijlinterventies in de patiëntenzorg

Ongezonde leefstijlen, zoals roken, te weinig lichamelijke beweging, ongezonde eetgewoonten en alcoholconsumptie, dragen bij aan de toename van het aantal chronisch zieken. Artsen, verpleegkundigen en andere hulpverleners hebben vaak te maken met patiënten met een ongezonde leefstijl. Verschillende op leefstijl gerichte interventies hebben hun weg naar de praktijk gevonden. Soms zijn deze interventies door professionals in de dagelijkse praktijk zelf ontwikkeld, soms door de wetenschap. Toch blijkt het vaak niet eenvoudig te zijn om een leefstijlinterventie succesvol te implementeren in de dagelijkse praktijk.

In een beschrijvend onderzoek hebben wij ervaringen van zorgprofessionals met leefstijlinterventies uit veertien verschillende praktijksituaties binnen de patiëntenzorg met elkaar vergeleken, en interviewden we aanvullend zorgverzekeraars over het financieren van leefstijlinterventies. Het doel van het onderzoek was om inzicht te krijgen in factoren die de implementatie van leefstijlinterventies beïnvloeden.

Uit de resultaten van dit onderzoek komt naar voren dat leefstijlinterventies in de huidige zorgpraktijk complex en kwetsbaar in hun organisatie en continuïteit zijn, en dat verschillende thema's daar een rol in spelen. Leefstijlinterventies in de patiëntenzorg kenmerken zich door een minimale inbedding in bestaande structuren, afhankelijkheid van enthousiaste kartrekkers en tijdelijke financieringsvormen. De praktijk gebruikt een veelheid aan verschillende leefstijlinterventies, vaak door henzelf ontwikkeld. Op verschillende vlakken zou het goed zijn om ten aanzien van leefstijlinterventies een pas op de plaats te maken, zodat professionals onder betere voorwaarden en omstandigheden effectieve leefstijlinterventies in de patiëntenzorg kunnen inzetten en continueren.

Professionals zouden in de toekomst vooral en vaker (werkzame principes uit) bestaande bewezen interventies kunnen gebruiken. Om hen hierin te ondersteunen, is meer regie en coördinatie gewenst. Op beleidsniveau is meer kennis nodig over welk mechanisme meer regie en coördinatie en grootschaligere verspreiding en implementatie van effectieve leefstijlinterventies zorgt. Daarbij is bijvoorbeeld te denken aan een centrale onafhankelijke partij die een aantal goede leefstijlinterventies selecteert, verspreidt en daar de kwaliteit van waarborgt. Tegelijkertijd is er meer kennis nodig over andere financieringsvormen voor leefstijlinterventies, inclusief hun consequenties en neveneffecten. Daarnaast zouden professionals en zorgorganisaties bij het implementeren van leefstijlinterventies meer aandacht moeten besteden aan het herontwerpen van het zorgproces om een leefstijlinterventie zo volledig mogelijk in te bedden in bestaande structuren. Subsidieverstrekkers van wetenschappelijk onderzoek investeren voorlopig bij voorkeur in langer lopend onderzoek naar kosteneffectiviteit en werkzame principes van bestaande bewezen leefstijlinterventies, in plaats van nieuwe ontwikkelprojecten voor patiëntengroepen waar inmiddels goede leefstijlinterventies voor bestaan of waarbij implementatie in de huidige omgeving en zorgpraktijk onzeker is.

Het volledige rapport is beschikbaar via deze link


Reacties op dit nieuwsbericht

Reageer op dit nieuwsbericht

< terug naar het overzicht