Doelmatiger CVRM in de huisartsenpraktijk? Wordt een opleidingspraktijk

De status 'opleidingspraktijk voor huisartsen' en 'een groter aandeel diabetes patiënten in een praktijk' blijken een significante relatie te hebben met de doelmatigheid van implementatie van cardiovasculair risicomanagement (CVRM) in de huisartsenpraktijk. De praktijkgrootte en of een praktijkverpleegkundige klinische CVRM taken uitvoert in plaats van de huisarts lijken niet van invloed op de efficiëntie van CVRM.

In samenwerking met de afdeling Health Evidence, Radboudumc laten de onderzoekers in dit artikel zien hoe de efficiëntie van evidence-based CVRM kan worden gekwantificeerd. Ze laten zo substantiële verschillen zien in efficiëntie van CVRM zorg tussen praktijken. Dit biedt aanknopingspunten voor verbetering van doelmatigheid van CVRM zonder inzet van extra middelen.

De methodologie die werd gebruikt is een 'state of the art' zogenaamde two stage Data Envelopment Analyse (DEA) benadering. DEA is een techniek die vooral op organisatieniveau zogenaamde 'decision making units', in dit geval huisartspraktijken, ten opzichte van elkaar spiegelt wat leidt tot een relatieve efficiëntiescore en het verbeterpotentieel. Daarnaast wordt in de 2de 'stage' met regressie technieken onderzocht welke variabelen doelmatigheid van implementatie van CVRM in huisartspraktijken bepalen. 

Eddy M. M. Adang, Anne Gerritsma, Elvira Nouwens, Jan van Lieshout and Michel Wensing.
Efficiency of the implementation of cardiovascular risk management in primary care practices: an observational study.


Reacties op dit nieuwsbericht

Reageer op dit nieuwsbericht

< terug naar het overzicht