De IMPROVE-implementatiestudie

Negen ziekenhuizen namen deel aan deze stepped wedge cluster gerandomiseerde studie om het effect van de implementatiestrategie op richtlijnnaleving en de associatie tussen richtlijnnaleving en patiëntveiligheidsuitkomsten te evalueren bij volwassen patiënten met een grote niet‐cardiale operatie (sterfterisico ≥1%). De onderzoekers analyseerden de gegevens van 1934 patiënten. Het blijkt dat het IMPROVE programma de naleving verbetert van één stop‐moment: “ontslag van de recovery” (+16% [95% CI, 9%‐23%]). Dit stopmoment was gerelateerd aan verminderde mortaliteit (‐3% [95% BI, ‐4%‐ ‐2%]), minder complicaties (‐8% [95% CI, ‐13%‐ ‐3%]) en minder ongeplande overplaatsingen naar de intensive care afdeling (‐6% [95% CI, ‐9%‐ ‐3%]).

De focus van dit onderzoeksproject was om de nationale perioperatieve veiligheidsrichtlijnen in negen Nederlandse ziekenhuizen sneller te implementeren dan bij een natuurlijke implementatie het geval zou zijn. De implementatiestrategie omvatte scholing (educatieve bijeenkomsten), audit en feedback, organisatorische interventies (bijv. lokale inbedding van de richtlijnen), teamgerichte interventies (multi‐professionele teamtraining), reminders, evenals patiënt‐gemedieerde interventies (patiëntveiligheidskaarten). De analyses lieten gemengde resultaten zien voor de effectiviteit van het IMPROVE programma op het volgen van de richtlijnen. Er was geen verder bewijs van een positief implementatie-effect, waarschijnlijk als gevolg van de gebrekkige programma-implementatie en onvoldoende betrokkenheid van de ziekenhuizen en zorgverleners bij het programma. Het negatieve effect van IMPROVE kan ook wijzen op competitie tussen de stopmomenten, mogelijk wegens beperkte tijd en middelen van ziekenhuizen om alle stopmomenten tegelijkertijd te verbeteren. Ziekenhuizen leken zich te concentreren op het verbeteren van bepaalde stopmomenten, wat kan hebben geleid tot een tijdelijk negatief effect op andere stopmomenten. Wat resteerde waren merkbare veranderingen over de tijd (in de post‐hoc exploratieve voor‐na vergelijkingen). Deze aanvullende analyses lijken te suggereren dat de resultaten in de loop van de tijd verbeterden, bijna ongeacht de uitvoering van het programma. Alle procesindicatoren (uitvoer van de stopmomenten en tijdige toediening van antibiotica profylaxe) lieten een verbetering zien, wat wijst op verbeterde naleving van de richtlijnen. Er moest echter nog speciale aandacht worden besteed aan het stopmoment “ontslag uit het ziekenhuis” (uiteindelijk nalevingspercentage 28,9%). Bovendien verbeterden twee patiëntuitkomsten: postoperatieve wondinfecties daalden met meer dan 80% van 13,6% naar 2,6% en de opnameduur daalde van 8 dagen tot 6 dagen. De associatieanalyses lieten nogal wat positieve associaties zien tussen perioperatieve richtlijnnaleving en patiëntuitkomsten, waardoor het waarschijnlijk is dat patiëntveiligheid varieert met de naleving van de richtlijnen. We konden echter geen verband aantonen tussen verbeterde toediening van antibiotica en een vermindering van wondinfecties. Daarnaast leek stopmoment “ontslag van de recovery” de grootste mogelijkheden te bieden om de patiëntveiligheid te verbeteren.

Lees hier het artikel:

Emond YEJJM, Calsbeek H, Peters YAS, Bloo GJA, Teerenstra S, Westert GP, Damen J, Wollersheim HC, Wolff AP. Increased adherence to perioperative safety guidelines associated with improved patient safety outcomes: a stepped-wedge, cluster-randomised multicentre trial. Br J Anaesth. 2022 Jan 15:S0007-0912(21)00834-5. doi: 10.1016/j.bja.2021.12.019. Epub ahead of print.

PMID: 35039174.