Vroegtijdige zorgplanning rond het levenseinde in de huisartspraktijk

IQ healthcare (Stef Groenewoud, Yvonne Bekker, Ankie Suntjens, Yvonne Engels) voerde samen met de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde (ELG) van het Radboudumc (Henk Schers) een dossieronderzoek uit naar de toepassing van vroegtijdige planning van de zorg rond het levenseinde (ACP) in de huisartspraktijk. De auteurs kwamen tot het inzicht dat ACP weliswaar plaatsvindt, maar dat de toepassing ervan nog beter kan – vooral voor chronisch zieke patiënten. De resultaten van het onderzoek werden onlangs gepubliceerd in BMC Palliative Care

Achtergrond: Advance Care Planning (ACP) stelt artsen in staat de zorg rond het levenseinde af te stemmen op de wensen van patiënten, voorkomt niet-proportionele belastende interventies en verbetert de kwaliteit van leven van patiënten in de laatste levensfase. Er is nog weinig bekend over de mate waarin gestructureerde ACP-gesprekken worden gevoerd in de huisartsenpraktijk en de timing van die gesprekken. Het doel van de auteurs was om de documentatie van ACP te onderzoeken (als een proxy voor de toepassing ervan) voor patiënten met kanker, orgaanfalen en multimorbiditeit in medische dossiers in de Nederlandse huisartsenpraktijk.

Methoden: De auteurs kozen voor een retrospectieve studie van medische dossiers in zeven huisartspraktijken. Medische dossiers van 119 patiënten die (niet plotseling) overleden (55 kanker, 28 orgaanfalen en 36 multimorbiditeit) werden geanalyseerd. Relevante variabelen waren: algemene kenmerken, gegevens over ACP documentatie, correspondentie tussen medisch specialist en huisarts, en zorggebruik in de laatste 2 levensjaren.

Resultaten: In 65% van de dossiers werden één of meer ACP items geregistreerd door de huisarts. Het meest gedocumenteerd waren aspecten met betrekking tot euthanasie (35%), de voorkeur voor plaats van zorg en overlijden (29%) en zorgen en hoop met betrekking tot de toekomst (29%). Het mediane tijdstip van het eerste ACP-gesprek was 126 dagen voor het overlijden (interkwartiel bereik (IQR) 30-316). ACP werd vaker gedocumenteerd bij patiënten met kanker (84%) dan bij patiënten met orgaanfalen (57%) of multimorbiditeit (42%) (p = 0,000). Patiënten met kanker hadden de meest frequente (mediaan 3 keer, IQR 2-5) en uitgebreide (mediaan 5 items, IQR 2-7) ACP consultaties.

Conclusie: Documentatie van ACP items in medische dossiers door huisartsen vindt plaats, maar is nog beperkt, vooral bij patiënten met multimorbiditeit of orgaanfalen. De auteurs bevelen aan meer aandacht te hebben voor - documentatie van - ACP in de dagelijkse praktijk, om tijdig anticiperende gesprekken te starten over het levenseinde. Zo wordt tegemoet gekomen aan de zorgbehoefte van alle patiënten in de eerstelijnsgezondheidszorg, die leven met aandoeningen die binnen afzienbare tijd zullen leiden tot overlijden.

Lees hier het artikel: Advance care planning in primary care: a retrospective medical record study among patients with different illness trajectories (springer.com)