Waarom fysiotherapeuten afwijken van de richtlijn lage rugklachten

IQ healthcare (Gijs Lemmers, Gert Westert, Bart Staal, Philip van der Wees) voerde samen met de afdeling Huisartsgeneeskunde van het ErasmusMC (Jasper Bier) en de HAN University of Applied Sciences (Bart Staal en Wim van Lankveld) een kwalitatief onderzoek uit naar de overwegingen van fysiotherapeuten om af te wijken van de richtlijn lage rugpijn. De resultaten van het onderzoek werden onlangs gepubliceerd in the Journal of Evaluation in Clinical Practice.

 

De nalevingspercentages van richtlijnen laten ruimte voor verbetering zien, en een toename van de naleving van richtlijnen kan mogelijk leiden tot betere resultaten en lagere kosten. Om de nalevingspercentages te verbeteren is het essentieel om de overwegingen van fysiotherapeuten met betrekking tot diagnostiek en behandeling van lage rugpijn te begrijpen. Het doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in de overwegingen van Nederlandse fysiotherapeuten over de naleving van de landelijke richtlijn fysiotherapie bij de behandeling van patiënten met lage rugpijn.

Dit is een kwalitatief onderzoek, waarbij gebruik wordt gemaakt van een interpretatieve benadering van semigestructureerde interviews met 14 fysiotherapeuten die regelmatig patiënten met LRP behandelen. Thematische analyse werd uitgevoerd met open codering met behulp van een bestaand raamwerk. Dit raamwerk onderscheidt vijf componenten van therapietrouw op basis van patiëntfactoren, zorgverlenerfactoren, richtlijnkenmerken, institutionele factoren en het implementatieproces.

Deelnemende fysiotherapeuten gaven aan dat de richtlijn meer informatie zou moeten geven over psychosociale prognostische factoren en psychosociale behandelmogelijkheden. De fysiotherapeuten ondervonden moeilijkheden bij het voldoen aan de verwachtingen van de patiënt wanneer deze in strijd waren met de aanbevelingen van de richtlijn. Het implementatieproces van de richtlijn werd onvoldoende geacht. Fysiotherapeuten vertrouwen mogelijk te veel op hun ervaring en kennis van evidence-based behandeling kan worden verbeterd. Over het algemeen vonden de geïnterviewde fysiotherapeuten dat ze zich niet aan de richtlijnen hielden. Bij het vergelijken van hun overwegingen met de daadwerkelijke richtlijnaanbevelingen kwamen deze juist goed overeen.

Om de therapietrouw te verbeteren, zou de richtlijn meer informatie moeten geven over het aanpakken van psychosociale prognostische factoren en zouden Nederlandse fysiotherapeuten getraind kunnen worden in communicatieve vaardigheden om beter in te spelen op de verwachtingen van de patiënt. Voor de volgende richtlijn is een uitgebreider implementatietraject nodig om de kennis van fysiotherapeuten over evidence-based behandeling te vergroten.

Lees hier het artikel.   http://doi.org/10.1111/jep.13703
 

Of de Pdf: https://onlinelibrary.wiley.com/doi/epdf/10.1111/jep.13703