1,5 meter afstand: wie, wanneer en waar?

1,5 meter afstand houden was tijdens de coronapandemie niet altijd even makkelijk. We herinneren ons allemaal de drukke supermarkt, maar ook op bijvoorbeeld werkplekken kon afstand bewaren moeilijk zijn. Werden mensen in gelijke mate gehinderd door zulke omstandigheden, of verschilden groepen hierin? En veranderde dit gedurende de loop van de pandemie? IQ healthcare onderzoekers dr. Carlijn Bussemakers en prof. dr. Marijn de Bruin brachten samen met collega’s van het RIVM en de UvA deze verschillen in kaart.

Eerder onderzoek toonde aan dat sommige mensen meer geneigd waren 1,5 afstand te houden tijdens de coronapandemie dan anderen, maar hierbij werd niet onderzocht in hoeverre dit gedrag verschilde tussen situaties. Hoewel we dus weten dat afstand houden op sommige plekken moeilijker was, bleef onduidelijk of dit verschilde tussen groepen of over tijd.

De onderzoekers maakten gebruik van unieke gegevens uit een cohortonderzoek van het RIVM, waarbij aan bijna 200.000 mensen gedurende de coronapandemie werd gevraagd in hoeverre ze 1,5 meter afstand hielden in verschillende situaties zoals op het werk, bij het boodschappen doen of tijdens bezoek van familie of vrienden.

Clusteranalyses lieten zien dat mensen sterk verschilden in de mate waarin ze afstand hielden: sommige mensen hielden vaker afstand dan anderen, zowel in situaties waar dat relatief moeilijk was (zoals in de supermarkt) als waar dat gemakkelijker ging (bijvoorbeeld tijdens een wandeling buiten). In tegenstelling tot eerder onderzoek werden weinig verschillen tussen sociaaleconomische of demografische groepen gevonden. Alleen werkomstandigheden, stedelijkheid en leeftijd speelden een rol, en dan ook nog eens vooral in specifieke situaties. Werknemers in de zorg en het onderwijs konden minder goed afstand houden op hun werk en inwoners van grote steden konden dit minder goed buiten. Voor jongere leeftijdsgroepen (<40 jaar) speelden sociale afwegingen een rol: zij hielden minder afstand van familie, vrienden en collega’s. Hoewel mensen vaker afstand hielden gedurende periodes met meer coronabesmettingen, waren verschillen tussen leeftijdsgroepen in die periodes ook groter.

Waar gedragsmodellen zich vooral richten op houdingen en overtuigingen van individuen om (verschillen in) gedrag te verklaren, benadrukt dit onderzoek het belang van de fysieke en sociale context en dat de invloed daarvan niet universeel is.

Lees hier de publicatie: Context Matters: Patterns in Physical Distancing Behavior Across Situations and Over Time During the Covid-19 Pandemic in the Netherlands | Annals of Behavioral Medicine | Oxford Academic (oup.com)